Hoeveel mag mijn kind eten?
Geschreven op 12/08/2022 door Family Service, Gewijzigd op 08/05/2024
Zodra hun kind met vaste voeding begint, stellen veel ouders zich de vraag hoeveel hun kind mag – of moet – eten. Dat hangt van verschillende factoren af. Niet alleen de leeftijd van het kind speelt een rol, ook groeispurtjes of de manier waarop vaste voeding wordt aangeboden, heeft een invloed op de hoeveelheid die het eet. We trachten in dit artikel enkele richtlijnen mee te geven. Onthoud echter dat elk kind verschillend is. Denk je als ouder dat je kind te weinig of te veel eet, neem dan contact op met de huisarts of de kinderarts om je zorgen te bespreken.
6 tot 12 maanden: starten met vaste voeding
De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om vanaf de leeftijd van 6 maanden te starten met vaste voeding. Dat kan op twee manieren. Enerzijds is er de klassieke manier, namelijk de papjes of gepureerde voeding, en anderzijds baby-led weaning, ook wel de rapleymethode genoemd, waarbij gestoomd of gekookt voedsel in stukken wordt aangeboden. Het eerste levensjaar is melk echter de hoofdvoeding en vaste voeding bijvoeding. Je hoeft dus niet te panikeren als je kind niet van in het begin enthousiast alles naar binnen werkt. Op deze leeftijd is het vooral belangrijk om kennis te maken met verschillende smaken en te wennen aan de structuur van vast voedsel.
Je kan starten met enkele tientallen grammen en opbouwen in het geval van papjes, en met enkele gestoomde stukjes groente of fruit in het geval van baby-led weaning. Na verloop van tijd kan de vaste voeding melkvoeding vervangen. Ga qua hoeveelheid niet boven de hoeveelheid melk die je kindje zou drinken. Vervangt de vaste voeding een fles van 150ml, geef dan bij voorkeur niet meer dan 150g, om het maagje niet onnodig te vergroten.
1 tot 3 jaar: mee aan tafel
Vanaf de leeftijd van 1 jaar kan je kind met de pot mee-eten. Als je kind aangeeft dat het genoeg heeft, verplicht het dan niet om zijn bord leeg te eten. Doe je dat wel, dan leert het zijn verzadigingsgevoel niet herkennen en dat vergroot de kans op gewichtsproblemen later. Elk kind is anders en het ene eet meer dan het andere. Het is dan ook niet eenvoudig om eenduidig aan te geven hoeveel een kind mag eten. Hieronder vind je een voorbeeld van een dagmenu voor een peuter, waarvan jouw kind dus kan afwijken.
- 1-3 sneetjes bruin brood
- 75g aardappelen, rijst of pasta
- 75g groenten
- 50g vis, vlees of ei
- 1-2 stukken fruit
- 300ml melkproducten
- 500ml water
Tussendoortjes zijn toegelaten, maar kies voor gezonde dingen. Een extra stuk fruit of groente (bijvoorbeeld kerstomaatjes, wortel of komkommer) zijn perfecte alternatieven voor gesuikerde vieruurtjes.
3-6 jaar
Net als bij een peuter, kan je kind periodes hebben waarin het meer of minder eet. Onderstaand schema is opnieuw een indicatie en geen verplichting. Kies nog steeds voor gezonde tussendoortjes.
- 3-5 sneetjes bruin brood
- 100-150g aardappel, pasta of rijst
- 100-150g groenten
- 75g vis, vlees of ei
- 1-2 stukken fruit
- 500ml melkproducten
- 1-1,5l water
De gouden regel
Jij bepaalt wat en wanneer er gegeten wordt, je kind bepaalt de hoeveelheid. Bied veel verschillende dingen aan en kies voor gezonde voeding.
Toevoegen aan mijn lijst
favorieten
