Flesvoeding geven: gebruiksaanwijzing

Koop verschillende formaten van flessen om je baby te voeden: de kleine flessen van 120 ml zijn geschikt voor baby\'s die net van de kraamafdeling komen en de grotere van 240 of 300 ml worden later gebruikt. Hoe ze eruitzien heeft niets met marketing te maken. Een kleine fles bevat minder lucht en moet je minder kantelen wanneer je de baby voedt. Zorg er ook voor dat de spenen geschikt zijn voor zowel de juiste melk als de juiste leeftijd: verdikte melk vraagt bijvoorbeeld om een specifieke speen.

In zowel de apotheek als de supermarkt kan je allerlei babyvoeding vinden: er zijn meer dan honderd soorten! Wanneer je de kraamkliniek verlaat, word je gewoonlijk geadviseerd de eersteleeftijdsmelk (zuigelingenmelk) te kopen, het soort melk dat je baby over het algemeen reeds heeft gedronken. Tweedeleeftijdsmelk wordt gegeven vanaf 6 maanden. 

Blijf dus de melk gebruiken die werd aangeraden door de kinderarts van de kraamkliniek. Als je echter ziet dat je baby na een paar weken ongemak ervaart, aarzel dan niet om het met je kinderarts te bespreken. Misschien is je baby hypoallergeen, of heeft hij antireflux, en zal de arts jou een andere melk adviseren. Verander niet van melk zonder hem eerst te raadplegen.

Let op, eenmaal geopend is de optimale gebruiksduur van een doos babyvoeding een maand. Zuigelingenmelk is optimaal gedoseerd qua mineralen. Voor flesvoeding gaat de voorkeur daarom uit naar licht gemineraliseerd water om het risico op spijsverteringsproblemen te verminderen.

Tegenwoordig raden kinderartsen niet meer aan om flessen te steriliseren. Vergeet wel niet de fles eventjes af te spoelen wanneer je er klaar mee bent en was ze daarna grondig met warm water en afwasmiddel en spoel af met koud water. Laat de fles eerst goed drogen vooraleer ze dicht te draaien en op te bergen. Met een borsteltje maak je gemakkelijk alle hoeken goed schoon. Bovendien mogen ze ook allemaal in de vaatwasser: maak het jezelf dus gemakkelijk als je ze niet met de hand wilt wassen! Je moet gewoon zien dat je voldoende propere flesjes hebt om de dag door te komen.

Daar bestaan eigenlijk geen regels voor. Hoewel het beter is om de flesvoeding op kamertemperatuur te geven, vooral om praktische redenen en om het risico op brandwonden te voorkomen, maar ook om te vermijden dat de voedingsstoffen van de melk verloren gaan.

Sommige baby’s hebben toch liever warmere melk: verwarm het water met een flessenverwarmer of door de fles onder een kraan met warm water te houden, voeg het melkpoeder toe en meng.

Behalve in uitzonderlijke gevallen is het jouw baby die beslist wanneer hij honger heeft en hoeveel hij moet eten. Het is niet nodig hem te pushen om zijn flesje uit te drinken als hij het niet lijkt te willen of om te gaan rantsoeneren als hij al zijn flesjes systematisch opdrinkt gedurende meerdere dagen want dat is zonder twijfel net het signaal om de dosis te verhogen. Het is een beetje zoals bij het geven van borstvoeding: jij voedt op aanvraag!

Laat hem goed uitslapen als hij dat nodig heeft, dan eet hij gewoon wat later. Laat ook minimaal 1 uur tussen het geven van flesjes. Jouw baby heeft normaal 10 tot 15 minuten nodig om zijn flesje op te drinken. Als hij te snel drinkt, is het misschien een idee om de voeding te vervroegen als hij wakker is om te voorkomen dat hij zich op zijn flesje stort. Controleer ook de speen: deze kan stuk zijn en de melk sneller doen stromen.

Op de kraamafdeling krijg je wellicht reeds klaargemaakte flessen met melk. Bij het verlaten van de materniteit moet jouw baby’tje normaal ongeveer 60 ml melk of 60 ml water en twee eetlepels melkpoeder drinken. Je moet 30 ml water rekenen per eetlepel melkpoeder: dit is te allen tijde de regel. Als je minder water gebruikt, kan je melk meer geconcentreerd zijn en de baby constiperen.

Enkele aanbevelingen:

• De eerste week: de baby drinkt 6 tot 7 flessen per 24 uur, waarvan één \'s nachts, van gemiddeld 30 ml de eerste 3 dagen en vervolgens van 60 tot 90 ml vanaf de 4e tot de 7e dag;
• De tweede week: de baby drinkt 6 flesjes van 90 ml;
• De tweede maand: 5 flessen van 150 ml;
• De derde maand: 5 flessen van 180 ml;
• Vanaf 4 maanden: 4 flessen van 210 ml.

Maar omdat elke baby uniek is, is het raadzaam om de hoeveelheden en het aantal flessen per 24 uur aan te passen aan de behoeften van uw kleintje.

• Bereid de fles niet van tevoren: eenmaal gemaakt, moet de fles binnen het uur worden opgedronken.
• Houd geen melk bij die overblijft in het flesje: direct de vuilbak in!
• Neem comfortabel plaats, op een rustige plek indien mogelijk, in een houding die voor jullie beiden comfortabel is. 
• Leg de baby niet plat neer. 
• Zorg dat de speen volledig gevuld is met melk om te voorkomen dat de baby lucht inslikt.
• Pauzeer regelmatig als uw baby dat nodig heeft.
• Leg hem niet onmiddellijk na de flesvoeding te slapen.
• Vergeet niet om de baby te laten boeren aan het einde van de maaltijd.

Als je vragen hebt, of je baby honger lijkt te hebben, aarzel dan niet om je verloskundige aan te spreken of contact op te nemen met je kinderarts: het is normaal dat je vragen hebt!