Je kleintje in detail
Geschreven op 12/08/2022 door La Rédaction, Gewijzigd op 12/08/2022
Profiteer van voordelen tot 600€, praktische en onmisbare tipstalrijke stalen, gratis dozen
Hoe groot is een baby?
De gemiddelde maten van een voldragen baby zijn :
- Een gewicht van 3,300 kg
- Een lengte van 50 cm
- Een schedelomtrek van 35 cm
Dat zijn natuurlijk slechts gemiddelden. Sla niet in paniek als je kindje meer of minder weegt tenzij de kinderarts iets anders zegt.
Goed om te weten: de eerste 3 dagen na de geboorte kan een baby tot 10% van zijn geboortegewicht verliezen.
Het hoofdje
Maak je niet onnodig ongerust als het hoofdje van je baby een ietwat eigenaardige vorm heeft. Het is immers nog maar net door een heel nauwe opening gekomen. Over enkele dagen is dat voorbij, want een schedel is heel elastisch bij de geboorte. Een baby die met een keizersnede geboren is, heeft meestal een mooier gevormd hoofdje. Als je kindje met behulp van een vacuümextractor geboren werd, heeft het soms een bloedbuil onder de hoofdhuid. Deze buil verdwijnt vanzelf na enkele weken.
De schedel
Bij een zuigeling liggen de schedelbeenderen niet helemaal tegen elkaar. Zo kan het schedeldak uitzetten naarmate de hersenen zich ontwikkelen. De schedel is op 1 plaats nog niet verbeend. Die plek bevindt zich op de kruin van het hoofd, heeft de vorm van een ruit en sluit zich wanneer je baby tussen de 9 en 18 maanden oud is. Je mag dat deeltje van de schedel zonder enig risico aanraken. Je kan je baby’s haartjes dus gerust wassen!
De nek
Je baby kan zijn hoofdje nog niet alleen rechtop houden. Gedurende de eerste 3 maanden moet je zijn hoofdje ondersteunen in de holte van je arm. Wees echter niet bang als je merkt hoe ‘ onzorgvuldig ’ de dokter met je baby omspringt. De ‘ gymnastiek ’ die hij je spruit laat doen, houdt geen enkel risico in : het maakt deel uit van het neurologisch onderzoek van je baby. Moest het echter zijn dat je kleintje z’n hoofd steeds in dezelfde richting gedraaid houdt, kan je dat best tegen je dokter vertellen. Mogelijk heeft hij een bloeduitstorting ter hoogte van de nekspier. In dat geval kan een beetje kinesitherapie wonderen doen.
Het gezicht
Als je het gezicht van je baby aandachtig bekijkt, zal je een paar trekjes ontdekken die kenmerkend zijn voor een pasgeborene:
- Fijne witte puntjes op de neus, het voorhoofd en de kin. Deze worden ook wel gierstkorrels genoemd en verdwijnen na enkele weken.
- Het fijne donshaar of lanugo dat gedurende enkele maanden de huid bedekt.
- De rode vlekken op de oogleden, tussen de wenkbrauwen en in de nek, ook wel angiomen genoemd. Meestal nemen ze af tijdens het eerste levensjaar.
Het haar
Als je kindje met een kaal hoofdje geboren werd, zal je enkele maanden tot soms zelfs een jaar geduld moeten hebben om de kleur van zijn haar te kennen. Andere baby’s hebben wel hoofdhaar bij hun geboorte. Dat is foetaal haar dat meestal helemaal zwart is en zijdeachtig aanvoelt. Het is echter slechts tijdelijk, dus je kan achteraf vaak nog voor verrassingen komen staan.
En dat is niet alles:
- Hij kan deze prachtige haardos volledig verliezen en helemaal kaal worden alvorens zijn haar opnieuw begint te groeien. De kleur kan daarbij ook nog veranderen.
- Hij kan een kale plek krijgen op de plaats waarop hij ligt bij het slapen.
- Het foetaal haar kan geleidelijk verdwijnen en onmiddellijk vervangen worden door nieuw haar, zodat je er nauwelijks iets van merkt, behalve als de kleur verschilt.
De ogen
Bij de meeste pasgeborenen zijn de ogen vaak blauw. Dit komt omdat baby's bij hun geboorte nog weinig pigment hebben. Ze krijgen hun definitieve kleur pas later, meestal na 3 maanden. Bij de geboorte zijn de ogen vaak opgezwollen en soms gekleurd door de druppeltjes die vlak na de geboorte worden toegediend om een infectie te vermijden. Wees geduldig, binnen twee dagen is er niets meer van te zien.
Heb je trouwens al gemerkt hoe aandachtig je baby je aankijkt terwijl je hem voedt ? Vanaf zijn geboorte ziet een baby goed tot een afstand van 30 cm. Dat is net genoeg om degene te zien die hem voedt: jij dus!
Goed om te weten: kijkt je baby gedurende de eerste weken af en toe scheel ? Dat is geen reden tot paniek. Het komt wel vaker voor tijdens de eerste 6 maanden.
Le sexe
Vous avez un petit garçon :
En lavant la verge de votre bébé, vous ne parvenez pas à la décalotter, c’est-à-dire à faire glisser le prépuce en arrière. Ne vous en faites pas : il arrive très fréquemment que le prépuce adhère au gland chez le bébé. Cette adhérence se libère au fil des années. Il suffit alors de faire glisser doucement le prépuce au moment du bain. Renoncez absolument aux séances de " décalottage ” intempestives et barbares sous prétexte qu’un bébé ne s’en souviendra pas. Faites confiance à la nature ! Par contre, si le " décalottage ” est toujours impossible ou difficile entre 3 et 4 ans, consultez votre médecin.
Vous aurez peut-être l’impression que ses bourses sont disproportionnées ! Il s’agit souvent d’un " hydrocèle ”, c’est-à-dire d’une accumulation de liquide qui disparaîtra spontanément. Chez le garçon né à terme, les testicules sont descendus dans les bourses. Le pédiatre qui examinera votre bébé doit vérifier que c’est bien le cas. Ce renseignement peut être utile plus tard. Il peut arriver que, lors d’un examen médical, le médecin ne palpe pas les testicules de votre grand garçon. Si vous avez la certitude de leur présence dans les bourses à la naissance, pas d’inquiétude et pas d’intervention chirurgicale à envisager : votre fils a simplement des testicules "baladeurs ”, qui échappent momentanément aux mains de l’examinateur.
Vous avez une petite fille :
Les petites filles peuvent présenter une " crise pubertaire ”, à savoir avoir des petites pertes vaginales blanches ou sanglantes, un gonflement des mamelons et parfois un écoulement de lait. Ces signes sont simplement liés à la privation brutale des hormones sexuelles de la mère. Ils disparaissent en quelques jours.
Les bras et les jambes
Un nouveau-né a les membres fléchis, à un tel point que, les premiers jours, si vous détendez un des membres, il reprend aussitôt sa position initiale, tel un ressort.
Le médecin examinera attentivement les hanches de votre bébé à la recherche d’une " luxation congénitale ”, tout particulièrement si votre bébé était en siège dans votre ventre (la tête en haut et les pieds en bas).
S’il existe un risque particulier (par exemple en cas de luxation congénitale de hanche dans la famille) ou si l’examen des hanches du bébé n’est pas normal, une échographie sera programmée rapidement. Un traitement précoce par un orthopédiste pédiatrique permet dans la plupart des cas une évolution tout à fait favorable.
Toevoegen aan mijn lijst
favorieten