Medische ingrepen tijdens de bevalling
Geschreven op 12/08/2022 door Family Service, Gewijzigd op 12/08/2022
Soms zal je gynaecoloog de natuur een handje moeten helpen tijdens je bevalling. De verschillende technieken die een kind helpen bij het geboorteproces worden sinds jaar en dag succesvol toegepast. Ze zouden je dus niet mogen beangstigen maar eerder geruststellen.
Profiteer van voordelen tot 600€, praktische en onmisbare tipstalrijke stalen, gratis dozen
De perfusie
Dit is de meest gangbare methode. Tijdens je weeën zal je behalve pijn ook angst, vermoeidheid en ongeduld voelen. Om je daarbij te helpen, zal je vroedvrouw je een continue injectie toedienen met een serum dat medicijnen bevat die de weeën verbeteren en regelmatiger maken. Bij een epidurale verdoving krijg je altijd eerst een perfusie.
De keizersnede
Dit is een incisie die over het algemeen ter hoogte van de venusheuvel wordt gemaakt om je baby’tje door een soort van 'nooduitgang' ter wereld te helpen. Meestal wordt hierover reeds voor de bevalling beslist als geweten is dat je kindje te groot is, als je bekken te nauw is of in bepaalde gevallen omwille van een stuitligging. Een dergelijke ingreep gebeurt onder algemene of epidurale verdoving. Moet de keizersnede toch op het allerlaatste moment toegepast worden, dan zal de dokter om een algemene verdoving vragen omdat dat sneller gaat. Wat daarna gebeurt, lijkt in grote lijnen op een klassieke operatie. Gedurende 2 of 3 dagen zal je last ondervinden van je litteken. Over borstvoeding hoef je je geen zorgen te maken, die zal kunnen aanvangen van het moment dat je terug op je kamer komt. Na enkele maanden zal je litteken al bijna onzichtbaar zijn.
Je psychische toestand
Als het moment aanbreekt om een beslissing te nemen over een keizersnede, wees niet ontmoedigd. Zelfs als je teleurgesteld bent, of zelfs als je het gevoel hebt dat je zwangerschap 'gestolen' wordt... Je gynaecoloog zal altijd kiezen voor de beste oplossing voor jou en je kind. De ene bevalling lijkt niet op de andere en een volgende bevalling hoeft niet per se op dezelfde manier te verlopen.
De zuignappen en tangen
Soms gebeurt het dat de zwangerschap iets moeilijker is dan voorzien: je samentrekkingen zijn niet zo sterk, je bent te moe om te kunnen duwen of je baby, die zich goed en wel voordeed, wilt toch niet uit de baarmoeder komen. De gynaecoloog zal het dan nodig achten de bevalling te versnellen. Twee oplossingen bestaan hiervoor en ook al klinken de gebruikte instrumenten vrij impressionant, stel jezelf meteen gerust: deze hulpmiddelen zijn absoluut zonder gevaar voor jou en je kindje!
De vacuümextractie
De gynaecoloog legt voorzichtig een zuignap op de schedel van de baby. De tool zorgt ervoor dat het zich perfect aansluit op maat van je baby. Op het moment van een samentrekking, zorgt de gynaecoloog via de tool dat het kindje naar hem wordt toegetrokken. Dit klinkt heel spectaculair, maar is absoluut niet pijnlijk. Je baby zal enkel een klein builtje hebben op de top van zijn schedeltje, dat vanzelf verdwijnt na enkele dagen!
De tangen
Dit instrument is gemaakt uit een dubbele lepel die de exit van je baby vergemakkelijkt via zijn hoofdje. Wanneer de tangen klaarstaan, wacht de gynaecoloog op een samentrekking om het kindje naar buiten te trekken. Deze methode heeft een algemene of epidurale verdoving nodig! De tangen zullen er niet voor zorgen dat je baby zal lijden, zelfs als je nog enkele dagen er sporen van ziet. Deze verdwijnen vanzelf!
La ventouse et les forceps
Il arrive parfois que l’accouchement soit un peu plus difficile que prévu : vos contractions ne sont plus assez fortes, vous êtes trop fatiguée pour pousser ou votre bébé, qui se présentait bien, n’arrive plus à descendre. Le gynécologue aura alors besoin d’accélérer l’expulsion du bébé. 2 solutions existent alors et si les instruments utilisés sont impressionnants, rassurez-vous : ces manipulations sont sans danger pour votre petit !
La ventouse obstétricale
Le gynécologue dépose doucement une ventouse sur le crâne du bébé. Elle y adhère parfaitement grâce à un appareil sous vide. Au moment de la contraction, le gynécologue tire sur la ventouse pour amener vers lui la tête de l’enfant. C’est spectaculaire mais non douloureux. Votre bébé hérite seulement, sur le sommet du crâne, d’une petite bosse qui disparaît en quelques jours.
Les forceps
Cet instrument est constitué d’une double cuillère qui permet de faire descendre le bébé en maintenant sa tête. Quand les forceps sont en place, le gynécologue attend la contraction qui permettra de tirer l’enfant vers l’extérieur. Cette manipulation nécessite une anesthésie générale ou une péridurale. Les forceps ne font pas souffrir votre bébé même s’il en conserve les traces durant quelques jours. Elles disparaîtront d’elles-mêmes.
Toevoegen aan mijn lijst
favorieten